Grote houtwormkever/bonte knaagkever bestrijden
De grote houtwormkever (Xestobium rufovillosum), ook de bonte knaagkever genoemd is een kever uit de familie klopkevers (Anobiidael). Deze komt voor in Noord- en Midden-Europa, Afrika en Noord-Amerika. Men vindt hem veelal in hout van grote afmetingen in oude gebouwen, zoals kerken, molens, et cetera. De kever tast zowel het spint- als kernhout aan van met name oud eiken, maar ook van andere loof- en naaldhoutsoorten. De kans op aantasting is het grootst, als het hout reeds is aangetast door schimmels.
De kever is 4,5 tot 9 mm lang. Hij is groter en minder slank dan de gewone houtwormkever. Het halsschild is 'helmvormig' en donkerbruin getint. De dekschilden vertonen geen strepen en zijn donkerbruin tot grijsbruin van kleur. Er zitten korte, gele haartjes op, die bij het ouder worden uitvallen. De kever krijgt daardoor een gespikkeld uiterlijk. De vrouwtjes leggen 40 – 60 eitjes. De eieren liggen afzonderlijk of in groepjes. Ze worden gelegd in spleetjes of scheurtjes, en soms in houtvaten of op het ruwe oppervlak van het hout. De kleur van de eieren is wit, de vorm citroenachtig. De larven zijn, evenals die van de gewone houtwormkever, geelwit en licht gekromd. Ze worden echter langer, tot maximaal 11 mm. De aantasting door de grote houtwormkever is herkenbaar aan de aanwezigheid van ronde uitvliegopeningen met een diameter van 2,5 à 4 mm en de aanwezigheid van grof, vermolmd hout waarin zich bolvormige uitwerpselen bevinden. De uitvliegperiode van de grote houtwormkever/bonte knaagkever is ongeveer medio maart / juni.
Behandelmethoden Grote houtwormkever / Bonte Knaagkever
- Oppervlaktebehandeling
- Heteluchtmethode
- Zuurstofarme luchtmethode
- Injectietechniek
